“En nu is dit links”
We zijn op weg naar oma, en Siep heeft gevraagd of hij de weg mag zeggen. Hoewel sommige mensen de begrippen links en rechts wel eens door elkaar halen, gaat Siep dit redelijk goed af. Telkens als de kinderen de weg willen wijzen, neem ik me voor dat we eens een ritje moeten maken waarbij ze ook ècht de weg mogen wijzen. Dat ik alle aanwijzingen, voor in hoeverre mogelijk, gewoon opvolg. En dan maar zien waar we uitkomen.
We slaan linksaf, en even later zegt Siep: en nu is dit links. Eigenlijk heeft hij gelijk ook. De weg die we insloegen toen we linksaf gingen, had best rechtsaf kunnen heten als je van de andere kant kwam. Dus hoe constant is dat links en rechts nu eigenlijk? In feite is het ook maar een relatief begrip. Ingewikkeld eigenlijk, als je er over nadenkt.
Als ik de steeg in draai zegt Siep: “Rechts moet je maar even zelf doen, die ben ik zat van”.
Gelukkig waren we er bijna.
Anders reden we nu nog rondjes.